donderdag 22 oktober 2009

Debatteren over voedsel


Afgelopen vrijdag was het Wereldvoedseldag. Om deze dag luister bij te zetten organiseerden verschillende partijen een debat over de wereldvoedselproductie onder de titel ’Goed te eten in 2050?’. Een van de vele debatten de laatste weken, trouwens. Een week eerder was ik bij een debat in Wageningen georganiseerd door Schuttelaar en natuurlijk zijn er de debatten in De Rode Hoed over de toekomst van de landbouw en ons voedsel, die op internet tot boeiende discussies hebben geleid op Foodlog (debat 1, debat 2 en debat 3).

Wat me enorm opvalt en ook wel zorgen baart, is dat veel debatten nog steeds zo sterk vanuit hokjes en geharnaste posities worden gevoerd. Bij sommige discussies voel ik me weer in de collegebankjes zitten toen er felle debatten waren over biologisch versus gangbaar, kleinschalige versus grootschalige landbouw en tussen de aanhangers van de Appropriate Technology en de sociologen van het Imperialisme Kollektief.

In de debatten zijn grofweg vier wetenschappelijke stromingen te onderscheiden: de Technologen, de Biologen, de Sociologen en de Economen.
De Technologen hebben een grenzeloos vertrouwen in de technologie. Als we dat maar genoeg inzetten dan zullen de opbrengsten per hectare verveelvoudigen en kunnen we de 9 miljard mensen in 2050 met gemak voeden. De milieuproblemen kunnen we technisch oplossen door zonne-energie in te zetten, fosfaat terug te winnen, heel precies te bemesten en ziekten en plagen met moderne middelen onder controle te houden. Prof. Rabbinge en Prem Bindraban van de Wageningen Universiteit (WUR) zijn belangrijke vertegenwoordigers van deze stroming, maar ook Louise Fresco reken ik hiertoe.
De tweede groep zijn de Biologen. Die zijn voor het sluiten van kringlopen en voor het benutten van natuurlijke processen. Zij zien de oplossing van het voedselprobleem vooral in het promoten van biologische landbouw. Iets waar de Technologen helemaal niets in zien, vanwege de verwachte lage opbrengsten. De Biologen zijn van hun kant fel gekant tegen sommige technologische oplossingen, zoals genetisch gemodificeerde organismen. De Biologen zien we vooral veel in de hoek van de biologische landbouw, zoals Jan Juffermans van de Kleine Aarde, maar ook bij de natuur- en milieubeweging. Opvallend weinig van deze groep bij de WUR. Dat bleek ook wel bij het Schuttelaar-debat toen de zaal vol grijze Wageningers zat die biologische landbouw nog steeds een geloof noemden.
Dan zijn er de Sociologen. Die zitten vaak op één lijn met de Biologen, maar zien vooral het kwaad in het grootkapitaal en zetten zich af tegen de industrialisering van de landbouw, omdat dit uiteindelijk leidt tot de ondergang van de echte boerenlandbouw. Hier vooral een pleidooi voor kleinschalige landbouw waar boeren zeggenschap houden over de eigen productiemiddelen. Ook pleiten zij vaker voor marktregulering. Jan-Douwe van der Ploeg (ook WUR) is al jaren de grootste exponent van deze groep. Wat mij opviel in het debat was dat de analyses dezelfde zijn als 25 jaar geleden, maar dat er nauwelijks nieuwe oplossingen uit deze kring komen.
Ten slotte zijn er de Economen. Die geloven vooral in het heil van de markt. Als die maar optimaal en transparant functioneert dan komt het uiteindelijk allemaal goed. Vrijhandel tussen landen is nodig om te komen tot een toenemende welvaart in de wereld. In de ogen van Economen is schaalvergroting in de landbouw iets onvermijdelijks. Ze zijn het daarom vaker eens met de Technologen. Ook Economen vinden we bij de WUR, maar zij komen tot heel andere conclusies dan de Sociologen.

Wat me nu het meest verontrust is dat we na 25 jaar nog steeds dezelfde debatten met elkaar voeren en dat de verschillende meningen en opvattingen geen duimbreed dichter bij elkaar zijn gekomen. De WUR blijkt inderdaad het spreekwoordelijke veelkoppige monster te zijn, met dito meningen. Het lukt blijkbaar niet om tot een gemeenschappelijke probleemperceptie te komen, laat staan tot breedgedragen oplossingen. In mijn ogen moeten de muren van de hokjes nodig geslecht worden. Wat we nodig hebben zijn Nuchtere Denkers, Bruggenbouwers en Over Muren Kijkers, die niet vanuit vaste stellingen naar de huidige problemen kijken, maar intelligente combinaties kunnen maken en kennis kunnen combineren van verschillende wetenschappen om zo tot duurzame oplossingen te komen. Waarom is gentech per definitie slecht als gewassen daardoor beter tegen droogte kunnen? Wat is er mis om in Afrika biologische systemen de promoten die de kringlopen van mineralen zo veel mogelijk sluiten, zodat kleine boeren niet steeds de dure kunstmest hoeven te kopen? Toen ik nog studeerde propageerden we het Interdisciplinaire Werken. Blijkbaar is die stroming in Wageningen nog steeds niet echt van de grond gekomen.

3 opmerkingen:

  1. ik ben een biologisch techneut (of andersom :-) ) die graag een duurzame economie wilt hebben. Hokjes tellen niet, samenwerken wel. Maar wel graag met een portie realisme. Design Doing

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hai Joost,

    mooie en herkenbare analyse. eerlijk gezegd was ik teleurgesteld door de bijdrage van Jan Douwe in de Rode Hoed; hij was toch de man van de bedrijfsstijlen? nu schetste hij een beeld dat de boerenlandbouw de ondernemerslandbouw volledig over zal nemen. dus hij is (nog) minder genuanceerd

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Marc van der Sterren28 oktober 2009 om 19:10

    Interessante analyse waar het antwoord op jou vraag al in ligt besloten. Je noemt ze zelf: de Technologen, de Biologen, de Sociologen en de Economen. Het zijn groepen wiens opvattingen botsen. En dat terwijl ze misschien wel allemaal gelijk hebben.

    BeantwoordenVerwijderen